10 tips voor een veilige vaardag

Tip 1: Controleer of de boot (technisch) in orde is

Voordat u gaat varen is het belangrijk dat u controleert of uw boot helemaal in orde is. Zorg bijvoorbeeld voor volle en schone tanks, volle accu’s, controleer het koelwater, controleer of de verlichting goed werkt en check het motoroliepeil. Heeft u alles wat u nodig heeft om te varen? Dan kunt u met een gerust gevoel het water op.

Bootverzekering afsluiten? Bereken premie!

Tip 2: Ga goed voorbereid op reis

Ga altijd goed voorbereid op reis met uw boot. Controleer bijvoorbeeld de weersverwachting en geplande of ongeplande stremmingen. Kijk ook van te voren op welke tijden de sluizen en bruggen bediend worden. Daarnaast is het goed om actuele waterkaarten en de almanak mee te nemen.

Tip 3: Ken de vaarregels

Net als op de weg gelden er ook op het water regels. Zorg dat u op de hoogte bent van de vaarregels en handel hier ook naar. Ook is het belangrijk dat u weet wat boeien, borden en tekens betekenen. Kijk goed om u heen op het water en houdt uitkijk.

Tip 4: Vaar altijd een duidelijke koers

Het is belangrijk dat u zoveel mogelijk rechts (aan de stuurboordkant) op het water vaart. Op die manier kunnen schepen elkaar veilig passeren. Een groot schip kan natuurlijk niet meteen vaart minderen of uitwijken. Zorg er daarom voor dat u uw koers en snelheid aanpast. Laat andere mensen op het water ook duidelijk zien wat u van plan bent.

Tip 5: Vermijd de dode hoek van grote vrachtschepen

Vaar nooit te dicht voor een schip uit. Vrachtschepen hebben een dode hoek van soms wel 350 meter. Pas uw koers en snelheid aan, zodat u uit de dode hoek blijft. Kijk ook regelmatig opzij en achterom. Een handige vuistregel hierbij: als u de stuurhut van het schip niet kan zien, kan de schipper in de stuurhut u ook niet zien.

Tip 6: Geef beroepsvaarttuigen genoeg ruimte

Beroepsvaartuigen zijn grote en zware voertuigen. Dit soort vaartuigen kunnen niet snel stoppen en hebben bovendien veel manoeuvreerruimte nodig. Zorg er daarom voor dat u deze schepen altijd de ruimte geeft op het water. Ze kunnen golfslag en zuiging veroorzaken.

Tip 7: Geef elkaar de ruimte bij bruggen en sluizen

Bij bruggen en sluizen liggen er vaak meerder schepen te wachten tot ze kunnen passeren. Geef elkaar daarom de ruimte. Dring niet voor, en sluit aan bij de wachtende schepen. Passeer, zodra de brug geopend is, snel en veilig. Bij sluizen moet u ervoor zorgen dat u aan beide kanten kunt afmeren. Hang daarom aan beide kanten stootwillen op.

Tip 8: Vaar alcoholvrij

Deze tip lijkt misschien logisch, maar wordt niet altijd opgevolgd. Net als op de weg, geldt er op het water een wettelijke grens van 0,5 promille. Ook op het water is het belangrijk dat u helder bent en uw aandacht erbij houdt. Op het water in het zonnetje is het extra verleidelijk om een extra drankje te nemen, maar drink nooit meer dan het maximaal toegestane.

Tip 9: Gebruik de marifoon

Een marifoon is niet verplicht aan boord van een klein schip, maar is altijd goed om bij u te hebben. Met een marifoon kunt u contact maken net andere schippers. Bovendien draagt goed marifoongebruik bij aan veiligheid op het water. U kunt een marifoon niet zomaar gebruiken, hiervoor moet u eerst examen doen.

Tip 10: Zorg dat u rondom zicht heeft

Goed zicht is belangrijk op het water, vooral als u zelf in een groot schip vaart. Zorg daarom dat u altijd rondom zicht heeft. Hou de ramen van de stuurhut vrij en vermijd obstakels, zoals bijvoorbeeld zeilen en masten.