Het is lente en dat betekent dat het mooie weer er weer aankomt! De dagen worden langer en warmer: perfect weer om lekker het water op te gaan met uw boot. Vooral op mooie dagen kan het druk zijn op het water, want varen wordt steeds populairder in Nederland. Op een zonnige dag ziet u vele motorbootjes, sloepen, zeilboten, waterfietsen en andere watersportbeoefenaars langskomen. Daarom is het belangrijk dat u goed op de hoogte bent van alle vaarregels. Want op het water gelden er, net als in het verkeer, regels.
Wat zijn de belangrijkste vaarregels?
De vaarregels zijn vastgesteld in een aantal regelementen. Dit zijn het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) en het Rijnvaartpolitiereglement (RPR). Gaat u het water op? Dan is het verstandig om deze regelementen eerst goed door te lezen. Natuurlijk verschilt dit wel per gebied waar u vaart en met welk vaartuig.
Bootverzekering afsluiten? Bereken premie!
Vaarregel 1: Groot gaat meestal voor klein
Dat betekent dat beroepsvaart voor gaat. Hiermee bedoelen we schepen die langer zijn dan 20 meter. Door hun grootte zijn deze schepen beperkt in hun manoeuvres. Ook kunnen ze het schip vaak niet snel stilleggen. Blijf daarom altijd uit de buurt van dit soort schepen en ga er ook niet voor voren. Vrachtschepen hebben een dode hoek van soms wel 350 meter. Pas uw koers en snelheid aan, zodat u uit de dode hoek blijft. Een handige vuistregel hierbij: als u de stuurhut van het schip niet kan zien, kan de schipper in de stuurhut u ook niet zien.
Vaarregel 2: Stuurboordwal gaat voor
Bent u op een gemarkeerde vaarweg of een natuurlijke vaarweg (een rivier of kanaal)? Dan gaat degene die strak stuurboordwal aanhoudt voor. Stuurboordwal is de rechterkant van het vaarwater.
Vaarregel 3: Zeil gaat voor spier, spier gaat voor motor
Eerder las u al dat groot meestal voor gaat op klein. Ook onder de kleine vaartuigen is er een bepaalde orde. Zeilschepen gaat voor op door spierkracht aangedreven voortuigen zoals roeiboten en kano’s. Deze gaan weer voor op (kleine) motorschepen.
Vaarregel 4 (voor zeilschepen onderling): Stuurboord wijkt voor bakboord, loef wijkt voor lij
Stuurboord wijkt voor bakboord betekent dat degene die zijn zeil aan bakboord heeft staan, voorrang heeft over degene die zijn zeil aan stuurboord heeft staan. Als beide zeilschepen hun zeil over dezelfde boeg hebben, moet het schip dat aan de loefkant ligt (de kant waar de wind vandaan komt) t.o.v. het andere schip, voorrang verlenen.
Vaarregel 5 (voor motorschepen onderling): Stuurboord gaat voor op open water zonder betonning
Op open water zonder betonning gaat stuurboord voor. Bij een tegengestelde koers wijken beide motorschepen uit naar stuurboord.